de radio amateur logo

DIY MU Stage versterker bijvoorbeeld als hoofdtelefoon versterker

 

 

 

Mu Stage Versterker,

bijvoorbeeld als Hoofdtelefoon versterker

 

Hulp nodig om je Mu Stage Versterker aan de praat te krijgen?

Lees verder.

OP Internet zweven wat schema’s rond over een Mu Stage amplifier, en diverse Audio liefhebbers probeerden die na te bouwen vooral vanwege zijn sublieme prestaties.

Dat viel nog niet mee begrijp ik uit hun vragen in mijn richting.

Daarom deze bijdrage: Een Mu Stage Amplifier goed werkend krijgen   

Wat volgt is eerst een toelichting op de werking van deze bijzondere schakeling. Daarna een uitleg over het vinden van de juiste instellingen.  

 

 

Wat is het, een Mu Stage?

Een Mu Stage buizenversterker heeft het kenmerk dat hij zeer lineair is. Dat wil zeggen dat hij bijvoorbeeld over een groot frequentiebereik, van 10Hz tot 100.000 Hz, een gelijke versterking op kan leveren.  

Daarbij heeft hij een uitgang met een zeer lage impedantie. Die impedantie kan zo laag zijn dat je met zo’n Mu Stage bijvoorbeeld rechtstreeks, dus zonder uitgangstransformator, een 32 of 300 ohm hoofdtelefoon kan aansturen. 

 

 

Waar komt de Mu stage techniek vandaan?

De eerste mij bekende publicatie over Mu Stage techniek stond in Wireless World november 1962.

 

Wireless World November 1962

 

Alan Kimmel heeft hier in 1992 op voortgeborduurd en gepubliceerd in Glas Audio Magazine. Daarna heeft Kimmel in 2002 een artikel gepubliceerd waarin hij de achtergronden toelicht.

In Nederland heeft rond 2000 iemand die zich Triode Dick noemt een Mu Stage Versterker gepubliceerd.  Het schema van deze audio liefhebber kun je niet zomaar nabouwen.

 

Nederlandse schema publicaties van de MU Stage versterker

Waarom niet? Lees even verder.

Ook iemand die zich DHT-Rob noemt heeft een paar keer een schema met Mu Stage gepubliceerd, o.m. bedoeld als hoofdtelefoon versterker. In eerste instantie gebruikte beide mannen dezelfde buizen maar met iets andere instellingen.

MU Stage Versterker Doede Douma

Later verwijderde Triode Dick zijn schema en kwam terug met een MU Stage Versterker met andere buizen.

Ook Doede Douma experimenteerde met de MU Stage Versterker. Net als Triode Dick stuurde hij er een eindbuis mee aan waarna een gewone luidspreker voor het geluid moest zorgen.

Verderop volgen enkele tips en aanpassingen voor deze schema’s. Voor je daar mee aan de slag gaat is het goed om te weten hoe zo’n MU stage Versterker nou eigenlijk werkt.   

Ook moeten we realistisch blijven. Dit soort schakelingen zullen eerder werken bij bijvoorbeeld een 30- of nog beter een 300 Ohm studio hoofdtelefoon dan bij een alledaags 8 ohm exemplaar.  

Over deze schema’s en de problemen die er zijn met nagebouwde exemplaren ontving ik vragen van De Radio Amateur sitebezoekers. Die vragen inspireerden mij tot dit artikel met informatie over hoe je zo’n Mu Stage versterker aan het werk krijgt.   

 

 

Hoe werkt zo’n Mu Stage Versterker?

De schakeling heeft als oogmerk de karakteristiek van een triode optimaal uit te nutten. Die triode is vanuit zijn concept namelijk behoorlijk lineair. Het is in de praktijk de belasting die op de triode wordt aangesloten die dit lineaire karakter teniet doet.

Triodes zijn vooral spanningsversterkers. Oudere Triode types hebben vaak een inwendige weerstand van ongeveer 10 kOhm. Die weerstand wordt vaak aangeduid met de Anode Impedantie.

De stroom die door een triode loopt kun je veranderen door de spanning op het stuurrooster te veranderen.

De verhouding tussen spanningsverandering op het rooster en de stroomverandering aan de anode wordt de steilheid genoemd of de versterkingsfactor of de transconductie. Afgekort met S of gm.

Voor een gemiddelde triode is die versterkingsfactor S ongeveer 2 mA/V. Dus plus 1 volt op het stuurrooster levert een stroom verandering door de buis van 2 mA op.

Dit S kenmerk klopt als er geen belasting op de buis staat. De anodestroom produceert dan in onze voorbeeld triode 2 mA * 10 kOhm = 20 Volt. Die ene Volt spanning op het rooster van de buis is dus 20 keer versterkt. Dat noemen we de Mu van de Buis. MU is dus Ra *S.

Deze Mu is over een groot frequentiebereik tamelijk constant. Wanneer er nu een belasting (de belasting van een buis noemen we de ‘load’) aan de anode wordt gekoppeld in de vorm van;

  1. een anode weerstand en;
  2. de ingang van de volgende stage in je schakeling;

dan wordt de versterkingsfactor lager.

Om dezelfde uitgangsspanning te verkrijgen is nu een hogere spanning op het rooster nodig.

- Mu Stage Versterker -

 

Voorbeeld eenvoudige buis karakteristiek

 

Voorbeeld eenvoudige buis karakteristiek

De anode weerstand is 10kOhm. De 20V die buis levert verdeelt die spanning nu over de inwendige anode weerstand en de uitwendige belasting. De uitgangsspanning is nu 10 Volt .

Willen we weer 20 Volt output dan moet er nu 2V op het rooster komen. Mu is nu dus 10. In een formule: (Output = Mu * Rload / (Rload+Ra)): Output= 20*10/(10+10) =10 Volt.

We kunnen dicht bij de oorspronkelijke versterkingsfactor van 20 komen door de load heel hoogohmig te maken. Bijvoorbeeld 1 MOhm (1 miljoen ohm).

Reken maar mee: Output = 20* 1000.000 / (1000.000* 10) = 19,998 Volt

Bijkomend voordeel

Bij deze belasting laat de buis weer en heel lineaire karakteristiek zien. Maar elk voordeel heeft een nadeel

Hier is dat nadeel de voedingspanning. Reken maar even mee.

Twee milliampère stroom door een anode weerstand van 1M daarvoor is een spanning nodig van (U=I*R) 2mA*1M = 2000 Volt. Tweeduizend Volt is geen praktische spanning om een versterker mee te gaan bouwen.  

 

Moderne triodes

Modernere buizen kunnen wel een hogere impedantie bezitten. Bijvoorbeeld een ECC83 bezit een inwendige impedantie van 62,5k. De steilheid van deze buis is 1,6ma/V. De Mu, de versterkingsfactor is 100.  

 

Hoe dan wel dat lineaire karakter van de triode behouden?

Uit het voorgaande leerden we dat je de beste resultaten krijgt als je er in slaagt de buis spanningsveranderingen te laten produceren zonder dat er stroomverandering plaatsvindt. In voorgaand experiment met de 1MOhm anode weerstand waren we daar dichtbij gekomen.

 

 

Het principe van de Mu Stage Versterker

concept van een MU Stage Versterker

De ingangsspanning komt versterkt aan op de anode van de triode. Stel dat die spanning op de anode 10 Volt stijgt. Via de condensator C1 krijgt het stuurrooster van de pentode dit mee.

De pentode gaat daardoor meer stroom trekken. Die stroom wordt geleverd door R3 en R6. Er gaat daardoor meer spanning over die weerstanden staan. In de praktijk zal die spanningstoename bijna gelijk zijn aan de spanningsstijging op het stuurrooster.

Boeiend.

De spanning over R4 is nu 10V gestegen aan de onderkant maar ook 10 V aan de bovenkant. Voor die weerstand verandert er niets en de stoom door die weerstand en dus door de triode B1 blijft onveranderd.

Voor de triode ziet het er dus uit of de belasting weerstand, de load,  oneindig hoog is. Zolang de gevraagde stroom aan de pentode binnen zijn werkingsgrenzen blijft kan deze elke verandering van spanning aan de triode hanteren.

De opbrengst van deze versterker is nu gelijk aan de Mu van de triode. Vandaar de naam Mu Stage.

 

 

Verschil en overeenkomst met de Mu-volger of Mu follower

Op het eerste gezicht lijkt de Mu Stage veel op een Mu volger schakeling. Een schakeling die wel vaker in versterkers wordt toegepast. Het principe van de werking is redelijk gelijk.

Mu volger, Mu follower

Er zijn echter ook grote verschillen en beperkingen. De schakeling heeft een relatief grote extra kathode weerstand (hier RB= 33k) nodig. Zonder die weerstand kan de bovenste triode (V2) geen constante stroom leveren.

V2 levert namelijk bij de relatief kleine spanningsveranderingen die over de reguliere kathodeweerstand van 560 ohm optreden onvoldoende versterking om de gewenste stroomveranderingen te leveren.

Over die weerstand van 33k (RB) gaan nu wel een flinke spanningsveranderingen staan. Spanningen van voldoende niveau om V2 als constante stroombron te laten functioneren ten behoeve van V1. 

Die grote weerstand van 33k snoept in deze opstelling een derde van de voedingsspanning op. Voor beide triodes blijft dus minder dan 100V over. Dat veroorzaakt dat de spanningsschommelingen en de stroomschommelingen beperkt zijn.

Bij apparaten zoals voorversterkers hoeft dat geen probleem te zijn. In voorversterkers hanteert men normaliter geen sterke signalen.

Je zou natuurlijk ook de voedingspanning kunnen verhogen naar bijvoorbeeld 600 Volt. In de praktijk is dat echter geen praktische werkwijze.

- Mu Stage Versterker -

 

Wil je een hoofdtelefoon gaan aansturen dan heb je toch iets meer power nodig. Dan zou je voor V2 een pentode kunnen nemen. Een pentode in een kathode volger schakeling (CF, cathode follower) kan die power wel leveren.  

Een pentode heeft daarbij een veel hogere versterkingsfactor dan een triode. De pentode kan dus bij zwakkere signalen al als constante stroombron fungeren. Hiermee kan die extra weerstand RB veel kleiner zijn dan de 33K bij de triode schakeling.

De pentode in CF mode laat de die kleine RB weerstand voor de triode buis V1 er uitzien alsof hij een oneindig hoge weerstand heeft. Amerikanen noemen deze techniek bootstrapping. Zoiets als bij ons de Baron Munchausen die zich aan zijn eigen haren uit het moeras trok.

Daarbij komt dat de penthode dankzij zijn schermrooster ook veel beter in staat is om als constante stroom leverancier te functioneren. V2 in het schema van de Triode Mu volger hier links weergegeven probeert ook wel een constante stroom te leveren maar slaagt daar dus minder goed in.

Ook kan de Mu Stage met pentode een veel lagere uitgangsimpedantie leveren dan een triode volger. In principe moet met de Mu Stage Versterker het mogelijk zijn een hoofdtelefoon van 32 ohm aan te sturen.  

 

 

Uitwerking van de Mu stage techniek

We voeren een signaal in op B1 in het concept schema. Dat signaal verschijnt versterkt op de anode van B1 en op de onderkant van R4.

concept van een MU Stage Versterker

Dat signaal gaat via C1 ook naar het stuurrooster van pentode B2 in een CF schakeling. De kathode van de pentode zit ook gekoppeld maar dan aan de bovenkant van R4.

Als nu de spanningswijziging aan de bovenkant van R4 even groot is als die aan de onderkant van de weerstand is de spanning over die weerstand constant en dus zal de stroom door de weerstand constant zijn.

Perfectie bestaat niet maar we komen heel dicht bij die situatie.

De hoeveelheid ‘bootstrapping’ (en dus de schijnbaar dynamische waarde van R4) wordt bepaald door de spanningsversterking van de CF.  

Bij een CF is de spanningsversterking altijd minder dan 1. Het kenmerk van een CF schakeling is dat de spanning op de kathode nagenoeg gelijk is aan de spanning op het stuurrooster. Hoe steiler de buis is des te dichter komt de kathodespanning bij de roosterspanning.

- Mu Stage Versterker -

 

In een formule uitgedrukt is de bootstrapping: 

De ohmse waarde van R4 / (1-Mu van de CF).

R4 wordt:   bootstrapping formule

Dus, stel R4 = 5000 ohm en de Mu van de CF is 0,995. Dan is de vermenigvuldigingsfactor voor R4   5000/0,005 = 1000.000 ohm (1 MOhm).

Je ziet nu het belang van die buis steilheid. Hoe steiler de buis (S-factor hoger dan 15) des te dichter de kathode spanning de roosterspanning nadert.

De constante stroom karakteristiek is dus bij een minder steile buis of bij een triode flink minder, bijvoorbeeld 0,9. De vermenigvuldigingsfactor wordt dan 5000/(1-0,9)= 50.000 ohm. Dat is een teleurstellend resultaat.

Duidelijk is hiermee aangetoond dat een pentode beter als constante stroombron kan dienen dan een triode.

 

 

Werkt die Mu Stage versterker schakeling altijd?

Nee 😥

Voorwaarde bij dit alles is dat de transconductie van de pentode. Die moet minimaal 10 zijn. En een hoge Mu factor kennen. Veel pentodes halen dat niet.

Met een EL84 kun je het proberen. Die heeft een S van 11,3 en een Ra van 38k Dan kom je dus aan een Mu van boven de 400. Triodes halen maximaal een Mu van 100.

Een praktijk experimentje met een EL84 leverde een Mu CF op van 0,9822.

Dat gaf een schijnbare R4 van in het echt 10k een weerstand van 563 kOhm.

Niet slecht.

Een spanningswijziging op het stuurrooster van een pentode verandert de stroom door de pentode en daarmee de spanning op zijn kathode. De pentode staat geschakeld als kathode volger.

Hoe sterker die stroomwijziging is des te meer spanningsverandering er optreed aan de bovenkant van R4. Is die spanningsverandering te klein ten opzichte van spanningsverandering die de triode aanbiedt dan ontstaat er spanningsverschil over R4. Vervolgens zal de stroom door R4 wijzigen en ziet de triode geen oneindige hoge belasting.

Pentodes met een Mu van 50 zoals de oude 7788 buis of een E810F zijn voor deze functie ideaal maar zeer zeldzaam nog in goede conditie verkrijgbaar.

- Mu Stage Versterker -

 

Let op!

Een van mijn lezers blies enkele jaren terug zijn zeldzame buizen op. De meeste pentodes kunnen maximaal 100V spanning tussen kathode gloeidraden aan. Die laatste krijgen 6,3 V aangereikt. Zoals je onderstaand concept schema ziet kan er wel een spanning van 150V tussen kathode en groeidraden optreden.

De oplossing zie je verderop in het concept voedingsschema.

 

 

Een Mu Stage Versterker bouwen

 

Hoe kies je de juiste weerstanden, spanningen en condensatoren?

 

Schema concept van een MU Stage Versterker

Om een Mu Stage te bouwen, kies je eerst een triode voor V1 die een Mu heeft die gelijk is aan de gewenste spanningsversterking.

Je zou een ECC83 kunnen nemen (S= 1,6 mA/V of een ECC82 (S=2 - 3 mA/V). Vaak wordt in Mu Stage schema’s ook triodes zoals de 27, de 56 of de 227 genoemd. Exotische buizen met soms rare voedingspanningen en nooit nieuw te verkrijgen.

De pentode moet zoals gezegd een hoge transconductie bezitten en hij moet veel meer stroom kunnen verwerken dan de triode.

De extra kathode weerstanden R6 en R3 zorgen hiervoor. Buizen die ook kunnen en nog redelijk goed via officiële kanalen te koop zijn: een 6AC7, een EL36 of een EL12.

 

B1 (triode) en B2 (pentode) instellen

Over de weerstand R3 moet de helft van de voedingspanning vallen.  Neem voor R3 een weerstand die 5 Watt vermogen kan verwerken. R6 bepaalt de bias in rust van B2. R7 stelt de spanning en stroom in van het schermrooster van V2.

De waarden van R3, R6, en R7 zijn sterk onderling afhankelijk. Als je één van deze waarden verhoogt of verlaagt, moet je de andere twee ook verhogen of verlagen.

De gelijkspanning over elke buis zal ongeveer de helft van de voedingspanning bedragen als R3 en R7 correct zijn ingesteld.

De waarde van R7 moet aansluiten bij de schermrooster-spanning en –stroom van de gewenste buis. Meestal is de gegeven schermspanning flink lager dan de anodespanning.

Als vuistregel kun je voor de schermroosterstroom 10 à 20% van de anodestroom nemen maar verstandiger is het om de betreffende datasheet even te raadplegen.

- Mu Stage Versterker –

 

B2 pentode instellen

 

De condensator C2 kies je zo dat de capacitieve reactantie bij 10 Hz niet meer is dan een tiende van de waarde van R7. Deze condensator moet de spanning op het schermrooster constant houden door wisselspanningen kort te sluiten naar massa.

De waarde van R5 moet het maximum zijn van de waarde die gespecificeerd is in de datasheet van B2. De waarde van R4 is niet heel kritisch. Deze kan ongeveer 3k zijn tot wel 15kOhm.

Wanneer B1 een lage stroom triode is, zoals een ECC83, gebruik je een iets hogere waarden voor R4. Denk aan 6k8 tot 15k. Wanneer VI een triode met een hogere stroomsterkte is, zoals een ECC82, kun je een lagere waarde gebruiken. Denk aan 3k3 tot 10k. 

Als vuistregel geldt dat R4 zo te kiezen dat de spanning die hierover valt niet meer is dan 10% van de voedingsspanning.

R2 stelt de bias van V1 in en bepaalt daarmee de hoeveelheid stroom door VI. Die stroom bepaalt de gelijkspanning over R2. Meestal zal dit 0,5 à 2 volt zijn.  Hou de anode dissipatie beperkt. Als je de stroom kiest op maximaal 50% van het maximum dat de datasheet geeft realiseer je dat.

 

 

Uitgangsimpedantie in je Mu Stage Versterker

Algemeen:

Hoe lager de plaat weerstand van V1, hoe lager de uitgangsimpedantie. Hoe hoger de transconductie (gm) van V2, hoe lager de uitgangsimpedantie.

Zoals gezegd, weerstand R4 beïnvloedt ook de uitgangsimpedantie. Het verhogen van de R4-waarde verlaagt de uitgangsimpedantie, en omgekeerd. Maak de waarde van deze weerstand echter niet te groot omdat hiermee de maximaal verwerkbare signaal spanning afneemt.

Ook een grotere stroom door V2 geeft een lagere uitgangsimpedantie. Verlagen van de waarde van R3 en R6 zal de stroom door V2 doen toenemen.

concept 2 van een MU Stage Versterker

Zoals ik hiervoor al aangaf bestaat er een nauwe samenhang tussen de waardes van R3, R6 en R7. Daarom, als je R6 gaat wijzigen (verlagen) moet je de andere twee weerstanden eveneens lager kiezen. Houdt procentueel een gelijke verlaging aan. 

Je kunt de uitgangsimpedantie ook verlagen door een ontkoppel condensator van 2 à 10µF 25V parallel aan R2 te hangen. 

De uiterste weg naar een lage uitgangsimpedantie realiseer je door de twee triodes in een buis parallel te schakelen (anodes, roosters en kathodes aan elkaar koppelen).

Let op! Waarschijnlijk moet je nu weerstanden R2 verlagen en ook R6 en R7 verlagen om de spanning aan V2 terug te brengen naar wat het was: de helft van de voedingsspanning. Zie concept 2 Mu Stage Versterker.

 

 

Testen van een Mu Stage Versterker

Als je klaar bent met je Mu Stage versterker, controleer dan of de spanning aan de kathode van V2 ongeveer de helft is van de voedingsspanning. Kijk ook of je binnen de aanbevolen 25% van het maximale vermogen bent van de buizen bent gebleven.

Alle bovenstaande methoden voor het verminderen van de uitgangsimpedantie zijn alleen nodig als je een zeer lage uitgangsimpedantie wilt. Bijvoorbeeld voor het aansturen van een 32ohm hoofdtelefoon.

In alle andere gevallen zal het niet nodig zijn om alle maatregelen toe te passen.

 

De uitgangsimpedantie testen

De uitgangsimpedantie kun je nauwkeuriger meten dan berekenen. Neem hiervoor een sinusgolf van 1 kHz en sluit die aan op de ingang.  Meet nu zo nauwkeurig mogelijk de uitgangsspanning van het circuit in onbelaste vorm. Dit doe je met een oscilloscoop of met een digitale multimeter die spanningen van 1000Hz kan meten.  

Sluit vervolgens een belasting weerstand aan van 1000 ohm. Die weerstand max maximaal een spanningsdemping van 10% opleveren. Is de demping hoger kies dan een hogere weerstand. Stel de uitgangsspanning is onbelast 2 V en belast 1,9 V.

De formule is dan:  (Belasting weerstand * onbelaste uitgangsspanning / belaste uitgangsspanning) – de belasting weerstand.

In dit voorbeeld: (1000 * 2 / 1,9) – 1000 = 52,632 ohm uitgangsimpedantie. 

 

De waarde van C3

De waarde van deze condensator moet groot zijn. Hoe groot hangt af van de gewenste uitgangsimpedantie. Als vuistregel mag je aannemen dat de reactantie van C3 bij 10 Hz niet meer is dan een tiende van de waarde van de belasting weerstand (RL).

Als voorbeeld:

Bij RL = 1000 ohm wordt dat:  220 µF /300V

Bij RL = 32 ohm wordt dat: 3900 µF / 300V. In de praktijk zal 2200 µF ook goed blijken te werken en nauwelijks verlies van bastonen opleveren.

De berekening is : ZC = 1/2piFC. ZC voor 10Hz moet 1/10 zijn van de load dat wordt dus 3,2 ohm.

1/6,28*10*C = 3,2.  C= dan iets meer dan 4000 µF. Ik heb daar 3900 voor genomen en gezegd 2200 zal ook voldoen. (2200 is ongeveer 1/10 bij 20 Hz)

 

 

De voedingsspanning

 

Schema voeding voor MU Stage Versterker

Het is van belang dat de voedingsspanning van het schermrooster apart afgeschermd is van de anode spanningsbron. Dit kan eenvoudig gerealiseerd worden door de voeding via een weerstand van 1000 Ohm te laten lopen waarna deze ontkoppeld wordt met een condensator van minimaal 50 µF.  (Zie concept schema’s van de MU Stage Versterker).

De voedingstrafo van dit schema wordt een wat duurder exemplaar. Je hebt namelijk twee van elkaar gescheiden gloeistroom wikkelingen van 6,3V nodig. Dat is bijvoorbeeld een Hammond 370CX.

Gebruik je een oude triode zoals de 27 of 56 die 2,5V gloeispanning vraagt dan ben je nog duurder uit en heb je een Hammond 369HX nodig.

 

Goedkoop is duurkoop 😥

Eén schrijver had een oude radio transformator gebruikt en een Chinese schakelvoeding van 5 V en 5 A voor de gloeispanning (twee 27 buizen gloeidraden in serie).

De schakelfrequentie van zo’n voeding is meestal meer dan 100kHz of meer dus dat merk je in een audio versterker niet.

Maar de 27 buis trekt slechts 1,75A stroom. En meestal gaat zo´n schakelvoeding bij een lage stroomafname de frequentie verlagen of schakelmomenten overslaan.

Gevolg: vervorming in je geluid.     

Investeer daarom liever in een goede voedingstrafo voor je MU Stage Versterker.

Let op!

In het schema van de Mu Stage Versterker Voeding.  Zie hoe de gloeistroom van de penthode niet aan aarde maar als referentie aan 50% van de hoogspanning wordt gekoppeld.

 

 

Tot slot. Problemen opsporen 

Waar kun je naar kijken als je veel vervorming hebt of last van oscillatie nijgingen in je Mu Stage Versterker. Lees verder overeenkomstig de oplopende nummering op het schema.

 

Problemen met het DHT schema

 

Over het algemeen. Zowel Triode Dick als DHTRob hebben zogenaamde gridstoppers aangebracht. Dit zijn kleine weerstandjes die je met zo kort mogelijke draad direct op het rooster soldeert.  

Dat is een goede werkwijze!

DTT Rob gebruikt 150 ohm, Triode Dick gebruikt 1k. Meer dan 1k is niet nodig.  Over het algemeen zal 560 of 680 ohm goed werken.

- Mu Stage Versterker -

 

Opmerkingen:

twee heel verschillende pentodes

  1. De 6688 en 7788 buis zijn twee heel verschillende pentodes. Je kunt die niet zomaar met elkaar uitwisselen. Weerstanden en instellingen rondom de buis moeten aan die buis worden aangepast.
  1. De 27 en de 56 triode buizen zijn niet erg geschikt voor deze schakeling omdat ze voor een goede werking een veel te hoge anodestroom nodig hebben (3 tot 5 mA). Een ECC83 is veel beter geschikt op deze plaats.
  1. Dit is geen kruising van draden. Hier hoort een dikke dot te staan. Heb je de kathode zowel met de weerstand 6k8 als met de 390 verbonden?
  1. Deze condensator moet voor een 32 Ohm Hoofdtelefoon minimaal 2200 µF zijn. En Let Op. De spanning van die condensator kan beter 400V zijn en geen 200V.
  1. Die uitgangsweerstand is erg hoog gekozen. 2200 ohm lijkt meer passend. Als je deze schakeling laat volgen door een trap met hoge ingangsimpedantie is de bijzondere en dure schakeling feitelijk overbodig.
  1. De voedingsspanning voor de gloeidraden van een 27 of 56 buis is 2,5V. Als je daar een poosje 5V op hebt gezet kun je die buizen nu wel weggooien.

27 triode

  1. Het schermrooster van de pentode moet voor de optimale werking van de pentode in deze schakeling stevig geïsoleerd worden van mogelijke spanningsschommelingen op de anode. In mijn concept schema´s voor de Mu Versterker zie je hoe dat kan plaatsvinden.
  1. RCA adviseert voor deze buizen een roosterlekweerstand van 1 MOhm. 120k is dus veel te weinig.

 

Ik heb deze waarnemingen aan DHTRob voorgelegd. Zijn reactie is:

- Mu Stage Versterker -

Ad 1. Reactie Rob: Uitwisseling van deze buizen zou moeten kunnen binnen de specs van beide buizen. Echt uitgeprobeerd had hij dat niet.

Koos: De 7788 (E810F) heeft een sterk afwijkende spanningen en stromen karakteristiek. Zomaar uitwisselen gaat niet werken. Zie de onderstaande voor 7788/E810F noodzakelijke schema aanpassingen.

voor 7788 E810F noodzakelijke schema aanpassingen

Ad 2. Reactie Rob: Moet kunnen. De penthode vangt dat wel op.

Koos: De door Rob en Dick gebruikte buizen zijn oud. Wie weet hoeveel ze van de specs afwijken.

Ad 3. Reactie Rob: Dat klopt.

Ad 4. Reactie Rob: Die 220 werkte bij mij wel. Een en ander hangt af van de eisen die je stelt.

Ad 5.  Reactie Rob: Dat klopt.

Ad 6. Reactie Rob. Dat klopt.

“Ik heb het schema 2 * gemaakt voor Stereo weergave. De gloeidraden in serie gezet op 5 Volt.”  

Koos: Let op! Dat staat niet in het schema.

Ad 7. Reactie Rob: Ik had daar in de praktijk geen problemen mee.

Koos: Zou in de praktijk kunnen. De door Rob en Dick gebruikte buizen zijn oud. Wie weet hoeveel ze van de specs afwijken. Bovendien, als je de uitgangscondensator klein neemt vallen kleine vervormingen in de pentode minder op.

Ad 8. Reactie Rob. Dat klopt.

“Ik gebruikte maar een zwakke aansturing en daarmee gaf het geen probleem.”

 

Conclusie

Deze schema’s zijn erg situationeel afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte oude en niet meer nieuw verkrijgbare buizen.

Het mag duidelijk zijn. Deze schakeling is niet zo geschikt om door een minder ervaren buizen versterker bouwer te worden opgepakt. De schema’s zijn niet zomaar 1 op 1 na te bouwen.

Ook als je niet bekend bent met de datasheets van de buizen die je wilt gebruiken ga je met deze schakeling behoorlijk glad ijs op.

 

 

Tot slot. Een Mu Stage Versterker met moderne nieuwe buizen

Maar, zo’n Mu Stage Versterker is een leuke schakeling om mee te experimenteren. Ik ga dat zeker een keer doen maar wel met ‘moderne buizen’.

Zie hieronder mijn concept schema. Een Mu Stage Versterker met EL84 en ECC83.

 

schema moderne Mu Stage Versterker met el84 en ecc83

En kan dat een fantastisch goed geluid opleveren?  In theorie wel. Ik ga het zien. Hij staat voor najaar 2024 in de planning.

Kortom be my guest en laat eens horen wat voor resultaat je had en met welke schema je dat hebt bereikt.

 


Voor voor praktijkervaringen en praktijktesten ga je naar 'Volgende'

Volgende

 

 

Vragen hierover, suggesties? Ik ontvang ze graag via onderstaande Vragen & Reacties optie.
-
Koos Overbeeke

 


Terug van Mu Stage Versterker naar de Radio Amateur Audio

 

 


Reactie van Site volgers


Micheal

Beste Koos,

ik heb een buizen koptelefoon versterker die zonder uitgangstrafo’s werkt, een zogenaamde mu stage versterker.

Helaas werkt hij niet goed.

Hij is uitgerust met twee 27 triodes en twee E810F penthodes (stereo). Heb je daar toevallig ook verstand van?

Het ontwerp is van dhtrob. Ik heb gezocht op internet maar nergens kan ik vinden hoe je de instellingen van een mu stage versterker berekent.

De versterker vervormt reeds bij een laag geluids nivo. Met dht Rob kwam ik er niet uit. Grtz Micheal.

..Koos

Beste Micheal, Met de Mu Stage Versterker heb ik (nog) geen praktijk ervaring.

Ik kan er wel iets over zeggen.

In de afgelopen tijd waren er naast jou nog twee collega amateurs die mij vragen stelden over deze versterker. Daarom heb ik nu een artikel aan deze techniek gewijd.

Hierbij ontvang je dat. Met deze informatie moet je jouw probleem kunnen oplossen en mis je nog iets dan hoor ik graag van je.

Een hartelijke groet, Koos


Hans

Beste Koos, ik heb je verhaal over de mu-stage met veel interesse gelezen. Je hebt het heel duidelijk en transparant geformuleerd, complimenten!

Een klein aandachtspuntje; De onderste 56K weerstand van de spanningsdeler tbv. het optillen van de gloei benodigt een parallel-condensator (2.2-4.7uF) anders wordt je getrakteerd op een dikke brom in je audio signaal.

Tevens kan ik een buizengelijkrichter van harte aanbevelen, het geluid vaart er wel bij én het oogt heel mooi. Ga zo door, veel succes met de zelfbouw activiteiten.

Groeten Hans

..Koos

Hadden we even over het hoofd gezien. Dank voor deze tip Hans.

 

Loading...

Alleen je Vraag en je Voornaam zijn zichtbaar op de site!